dinsdag 29 april 2014

Beentjes van de grond en in het water!

Hallooooo,

Sinds papa en mama weg zijn, zo ongeveer twee weken geleden, heb ik alsnog geen moment stil gezeten. Vorige week dinsdag kreeg Chinouk, huisgenootje en vriendin, namelijk te horen dat zij een gratis trip aangeboden kreeg voor het weekend omdat zij toen jarig was. Dit greep zij natuurlijk met beide handen aan. Die woensdag kwam er een vriendin van Nikie uit Nederland, Laura, aan om twee weken in ons gezelschap te verblijven. Wij drieën: Nikie, Laura en ik besloten om ook mee te gaan op de trip. Een avond van tevoren besloot ook ons huisgenootje Timo mee te gaan. Die vrijdag, de 18e vertrokken we met dus in totaal met z'n vijven bepakt en bezakt (behalve Timo want die had maar één mini rugtasje mee) richting Apiapaati.

Dag 1. Om 7 uur 's ochtends werden we bij Lounge plus 597 verwacht. Hier kregen wij een ontbijtje en hebben de spullen in de bus geladen. Rond 8 uur vertrokken we richting Atjoni (de overstapplaats). Na 3 uur rijden waarin wij heel wat busspelletjes hebben gespeeld, kwamen we daar aan en laadden we de bus uit en de boot in. De boot met onze bagage ging al van wal en wij bleven nog even lunchen. De bootreis zou ongeveer 4 uur duren. Na anderhalf uur begon de lucht verdacht grijs te worden. Wij dachten (of hoopten) dat het een Surinaamse bui zou zijn: één of twee buien die vanzelf weer overwaaien. Helaas, de rest van de reis naar het eiland Apiapaati hebben wij regen gehad. In het begin was het nog grappig, maar na een half uur had ik het zo koud dat ik de hele weg heb lopen klappertanden. We maakten bij een strandje even een sanitaire stop en dit was het moment dat iedereen met zijn kleren het water in sprong omdat dat warmer was dan boven het water. Na nog een uur varen, kwamen we eindelijk aan op het eiland. Onze gids, Fred, is opgegroeid op dit eiland. Hij kent de omgeving dus op zijn duimpje en weet overal wel wat vanaf.   Paati betekent dan ook eiland en Apia is zijn familienaam. We kregen onze hutjes (met bedden!!) toegewezen: Chinouk, Timo en ik in een hutje en Nikie en Laura met twee andere Nederlandse meisjes in een hutje. Na het avondeten heb ik een kaartspelletje geleerd van de twee koks die mee waren. Ik wilde naar bed, maar Chinouk was er vandoor met mijn zaklamp. In de verte op de rotsen zag ik wat lichten schijnen en Chinouk kennende is zij avontuurlijk genoeg om 's nachts op de rotsen op zoek te gaan naar dieren. Ik liep er naartoe en er werd naar me geroepen dat ik uit moest kijken omdat er in een plas twee meervallen lagen die Fred had gevangen. Na een fotoshoot met de meervallen, was het toch echt tijd om naar bed te gaan.

Dag 2. Vandaag stond er een wandeling naar de Ananasberg op het programma. Na het ontbijt vertrokken we naar een inheems dorpje waar onze wandeling begon. We liepen een stuk door de jungle  en langs de rijstvelden waar de bewoners van het dorp hun rijst verbouwen. Na de rijstvelden liepen we door de moestuinen en kwamen we aan bij een stuk grond waar de familie van Fred de grond aan het omspitten was. Behulpzaam als we zijn, hebben wij ze hier even bij geholpen. Daarna begon onze wandeling naar de Ananasberg pas echt. Een uur later stonden wij dan ook boven op de berg met weer een prachtig uitzicht. De berg zelf was een soort kleine Voltzberg: alles van granieten steen.
Toen we genoeg uitgerust waren, gingen we weer terug om een duik te nemen in de rivier. We waren zo oververhit en bezweet dat we uit de boot sprongen en naar de watervallen zwemden. De watervallen bestonden uit een soort trappetjes en op de bodem groeiden planten. Dit betekent dat je er vanaf kunt glijden: een natuurlijke glijbaan waar je geen vel op je billen meer aan overhoudt. We hadden ook een airhead, een soort opblaasbare band, mee om achter de boot te hangen. Ik ging samen met twee andere meiden hierop. Toen de boot vaart maakte probeerde ik te staan (zie foto).
Rond 5 uur gingen we weer terug naar het eiland voor wat kaartspelletjes en relaxen. Na het avondeten gingen we met een kleinere groep een nachtwandeling door de jungle maken met Fred. We vaarden nog geen vijf minuten of hij had al iets gezien. Hij trok zijn geweer en schoot raak (wat een hard geluid maakt dat!). Terwijl wij nog steeds aan het kijken waren of we überhaupt een dier zagen, viste hij een grote Surinaamse haas uit het water. Deze ging op de barbecue zei hij. Weer vijf minuten later had hij een slang gespot en viste deze uit de boom zodat we foto's konden maken en hem konden bekijken. Even later stapten we op de kant en liepen de jungle in. Mijn zaklamp deed het niet zo goed dus ik had geen idee waar ik liep. Na een uur gelopen te hebben en niet veel meer dan een gekko, een pad, twee vrijende krabben en vlinders gezien te hebben, gingen we weer terug naar het eiland. Om 12 uur was Chinouk jarig en dat hebben we gevierd met een drankje en cadeautjes.

Dag 3. Happy birthday to Chinouuuuuk! Na het ontbijt gingen we richting een aantal marrondorpen. Deze dorpen liggen naast elkaar dus je kunt van de één naar de ander lopen. Fred legde een aantal rituelen uit. Zo staat er bij iedere ingang van de dorpen een soort poort met bladeren eraan. Als vrouwen menstrueren mogen zij hier niet onderdoor lopen en moeten zij er omheen omdat zij onrein zijn. Tussen het derde en vierde dorp, is een pad door de jungle. Fred spotte een luiaard in een boom en besloot om te proberen hem te vangen. Helaas lukte dit niet omdat de luiaard te ver weg zat. Aan het eind van het vijfde dorp lagen de Tapawatra watervallen. Deze hadden wij de dag ervoor ook al bezocht. Nu moesten we de boot alleen de waterval opslepen. Met de hele groep stonden we bovenaan de watervallen aan het touw te trekken en te sjorren. Uiteindelijk kregen we de boot boven. Het was nu nog een half uurtje varen naar de Gran Dan val: de grootste waterval van Boven-Suriname. Hier gingen we weer met de airhead vanaf. Dit was heel gaaf om te doen. Toen de regen gestopt was, kregen we lunch: de meerval van de eerste avond. Geloof het of niet, het was heel erg lekker. Na de lunch hebben we nog lekker genoten van de rust en gezeten in de watervallen. Als klap op de vuurpijl mochten we ook nog in de waterval springen. Heel gaaf om te doen. Ik kwam natuurlijk meteen de eerste keer al in de onderstroom terecht en kon niet meer naar de kant zwemmen. Uiteindelijk kon ik mij toch vastgrijpen aan de rotsen en mocht ik dat hele stuk terug over de rotsen springen. Die avond stond de geschoten haas van de vorige avond op het menu. Ook dit was heerlijk. Na het eten werden er drankspelletjes gedaan en gingen we naar een dansfeest in één van de buurdorpen. Een ver familielid van Fred was overleden en dat werd gevierd door middel van een dansfeest.
 Toen we in de boot zaten, viel het weer met bakken uit de lucht. We waren kletsnat en kwamen toen ook nog met de boot op een rots vast te zitten. Fred ging in zijn boxershort en regenjas het water in om de boot van de steen af te krijgen. Ondertussen sprong er nog een vis in de boot. Gelukkig konden we er allemaal heel hard om lachen. Toen we eenmaal als verzopen katjes bij het dorp aankwamen, was er niemand aan het dansen. Wij waren er nu toch al en we waren ook al nat dus hebben we het dansfeest op gang gebracht door dan maar in de modder te gaan dansen. Uiteindelijk deden de bewoners ook allemaal mee. Het is was wel een dubbel gevoel om te dansen en feest te vieren terwijl de kist in een huisje achter je staat. Na een uur hadden we er weer genoeg van en gingen we terug. Met een kop thee en koekjes hebben we nog even 'Ik ga op vakantie en neem mee..' met lachen, gieren, brullen gespeeld. Rond 3 uur lagen we in bed.

Dag 4. Deze dag bestond geheel uit de terugreis. Toen we rond 11 uur in de boot zaten, hing er een dreigende grijze lucht in de verte. Als we nu maar droog bleven… Gelukkig hadden we de stroming mee dus duurde het drie uur in plaats van vier om DROOG op Atjoni te komen. Halleluja. Na een lunch stapten we de bus in en kon ik mijn ritueel in stand houden: een lekker dutje in de bus. Na een tussenstop bij het Stuwmeer, een dam waarvan aan de ene kant het water heel hoog staat en aan de andere kant bijna geen water meer is, was het nog maar een uurtje rijden naar huis. Eenmaal in te taxi richting huis, besloten we langs de PizzaHut te gaan voor een gezonde maaltijd. Thuis, na het eten, wilden we nog wat van de jungle-sfeer proeven dus hebben we lekker Tarzan gekeken.

Ik moet de rest van de foto's nog van de anderen krijgen dus ik beloof jullie later meer foto's van dit avontuur. Al met al was dit dus weer een hele mooie en avontuurlijke trip. Weer eentje die ik niet snel zal vergeten!

Brasa,

Manon

woensdag 23 april 2014

Reizen is begroeten en steeds weer afscheid nemen

Bonjour!


Zoals ik in mijn vorige bericht al zei, loop ik achter met schrijven over al mijn avonturen. Ik heb het namelijk zo druk gehad met leuke dingen dat ik niet eens de tijd heb gevonden om erover te schrijven. Maar goed, ik was gebleven bij de tweede week dat mijn ouders er waren. De maandag na de trip moest ik alweer vroeg op omdat ik naar de vreemdelingendienst moest voor mijn visum. Na 5 keer van het kastje naar de muur gestuurd te zijn en ongeveer 3 uur lang gewacht te hebben, belde ik de oudjes om te vragen wat hun plannen voor die dag waren. Zij hadden net een auto gehuurd dus spraken we af dat we naar Nieuw- Amsterdam zouden gaan. We reden eindeloze wegen zonder naambordjes dus we hadden geen idee of we goed gingen of niet. We hebben het een aantal keer gevraagd maar ook nu werden we van het kastje naar de muur gestuurd. Not my lucky day. Uiteindelijk kwamen we uit bij Mariënburg, niet helemaal de planning maar toch leuk. We werden door een gids rondgeleid over het terrein waar vroeger rum werd gemaakt. Na de rondleiding reden we verder naar Nieuw-Amsterdam waar vrijwel de enige bezienswaardigheid het openluchtmuseum was. Hier hebben we even rondgelopen en de alles wat op het terrein stond bekeken. Daarna was het weer tijd om in een oververhitte auto naar huis te gaan.

De volgende dag, mijn vrije dag van stage, besloten we om naar de Colakreek te gaan. Dit is een plaats waar je lekker kunt zwemmen en chillen. Lisa ging mee dus met z'n vieren, alsof ik ineens een zusje had in plaats van een broertje, reden we weer eindeloze wegen zonder naambordjes. Toen we eenmaal in het water lagen begrepen we meteen waarom het de Colakreek genoemd wordt. Het water heeft namelijk de kleur van cola: donkerbruin/zwart en aan de oppervlakte lichtbruin. Op het terrein was een restaurant aanwezig waar we ongeveer een uur op onze lunch hebben moeten wachten. Gelukkig was het wel overheerlijke Pom dat we kregen. 's Avonds moest ik naar de fysio en naar salsa les dus ik liet de oudjes even tot rust komen. Dat hadden ze nog niet gehad die dag.

Die woensdagochtend had ik voor mijn stage een schoolbezoek. De school was buiten de stad dus het was een eindje rijden. Het was de bedoeling dat ik een verhaal voor zou lezen en vervolgens wat uitleg zou geven over een jongetje in de klas met een beperking. Ik vond het heel leuk om te zien hoe die kinderen op school zijn en wat zij allemaal doen. Het waren nette kinderen: ze deden bijna allemaal wat ze gevraagd werd. Toen ik weer terug kwam op het Medisch Opvoedkundig Bureau besprak ik het schoolbezoek nog even na en belde toen naar paps en mams wat de planning zou zijn voor die middag. Zij waren net naar de Peperpot plantage geweest en dachten dat het misschien leuk zou zijn om die middag naar Domburg, een plaatsje buiten Paramaribo, te gaan. Na ongeveer 3 keer heen en weer gereden te zijn over de snelweg omdat er weer nergens werd aangegeven waar Domburg was, hadden we eindelijk de goede afslag te pakken. Domburg is een klein plaatsje met in het midden een pleintje waar een aantal barretjes en Warungs zijn. Het schijnt hier heel gezellig te kunnen zijn maar toen wij er waren, was er geen hond (nou ja, een aantal zwerfhonden). We hebben even rondgelopen en zijn toen weer terug naar huis gegaan om 's avonds lekker uit eten te gaan.

De volgende dag, donderdag 10 april, stond de trip naar Galibi/ Frans-Guyana op de planning. Papa, mama, Lisa en een huisgenootje gingen mee. Om kwart voor 8 werden we op de verzamelplek verwacht. De groep stond al helemaal klaar, maar de gids was nergens te bekennen. We kregen te horen dat onze gids niet was komen opdagen dus dat de kokkin tot de overstapplaats op de boot zou fungeren als gids. Allemaal heel leuk en aardig, maar dit schopte de planning een beetje in de war. Na een aantal uren kwamen we aan op Albina. Hier kregen wij een lokale gids toegewezen en stapten we over op de boot. Volgens de gids was het ongeveer anderhalf uur varen tot aan het eiland Galibi en konden we onderweg genieten van de mooie vegetatie. Het woord vegetatie is tijdens de bootreis nog honderden keren gevallen geloof ik, net als de woorden mijne mensen. Ik denk dat dit op de gidsenschool aangeleerd wordt. Op het eiland kregen we te zien waar we die nacht zouden verblijven.
We kregen een lunch en mochten daarna lekker op het strand liggen. Mijn benen waren in de boot heel erg verbrand dus ik kon niet in de zon liggen. Gelukkig gaven de palmbomen (ja, jaloers zijn mag) schaduw. Om half 6 nam de gids ons mee voor een eilandwandeling. Hij woont zelf op het eiland dus hij kon ons er alles over vertellen.
Die avond vertrokken we om half 11 met de boot naar een ander strandje om de reuzenschildpadden te spotten. We moesten wachten tot de schildpadden aan land waren en in fase 4, het eieren leggen, waren. Dit duurde eindeloos omdat onze schildpad last had van wispelturigheid. Geen plekje was goed genoeg voor haar om haar eieren te leggen. Ze begon dus steeds weer ergens anders te graven. Uiteindelijk gingen we toch kijken en moesten we van de gids heel stil op een rijtje zitten. De schildpad vond het plekje weer niet goed genoeg en kwam onze kant op. Op een gegeven moment was de schildpad op een halve meter afstand en kon je haar gewoon horen ademen. Doordat iemand een foto maakte met flits, raakte ze in de war en kwam ze vast te zitten in planten. Ze is uiteindelijk terug de zee in gegaan en wij zijn bij een andere schildpad gaan kijken.

Dag 2. Deze dag besloot ik te beginnen door een kan heet water over mij heen te gooien. Dit is vooral heel fijn als je benen de vorige dag al verbrand waren. De pannenkoeken voor ontbijt die daarna kwamen, maakten gelukkig al een hoop goed. Na het ontbijt gingen we naar de souvenir winkel waar ik nog een armbandje heb gekocht en mochten we de aapjes op het eiland voeren. Het nachtaapje heb ik nog op mijn schouder gehad (zie foto's). Na het voeren moesten wij onze spullen alweer inpakken en vertrokken we met de boot richting Albina om daar de kokkin en de buschauffeur af te zetten. Wij staken de rivier over naar Frans Guyana. Het is heel gek dat je alleen een rivier oversteekt en meteen in een compleet andere wereld bent. De mensen spreken Frans, je betaalt met euro's, de huizen zien er Frans uit, iedereen rijdt rechts en de cappuccino wordt met slagroom in plaats van melk gemaakt (typisch Frans). In Frans-Guyana hebben we de gevangenis van Papillon bekeken en hebben we en rondje door het centrum gemaakt. We hebben nog even een drankje gedronken op een terrasje en gingen toen weer richting Albina. Om de traditie voort te zetten deed ik die busreis weer een lekker dutje. Ik moest immers fit zijn voor de poolparty die avond. Bezig aapje ben ik ook.

Het laatste weekend dat de oudjes er waren was alweer aangebroken. We hebben het lekker rustig aan gedaan en hebben samen tijd doorgebracht. We hebben geluncht en we zijn uit eten geweest. De laatste avond namen paps en mams mij en mijn huisgenootjes mee uit eten. Omdat het eten niet zo veel was, trakteerden wij ze op een toetje: een lekker stuk appeltaart met slagroom. Die maandag bracht ik ze weer naar het vliegveld. Voor de tweede keer moesten we afscheid nemen en ditmaal voor een tijd dubbel zo lang. Ik heb erg genoten van de tijd dat ze er waren en ik mis ze natuurlijk nog steeds. Ik ben blij dat ze hebben kunnen zien hoe ik hier leef en dat ik het naar mijn zin heb. Lieve mam en pap, dank jullie wel voor de geweldige twee weken dat jullie hier waren!

Au revoir,


Manon

donderdag 17 april 2014

Weer een bruisend weekje mijne mensen!

Beste mensen,

Maandag 31 maart was het zover: na een ochtendje stage ging ik wat eerder naar huis om nog wat boodschappen te doen en mijn spullen te pakken. Ik wist dat mijn ouders nogal wat vertraging hadden dus belde ik de taxi of hij mij wat later op kon halen. Samen met een ander meisje, die haar vriend ging ophalen, gingen we met de taxi richting het vliegveld. Ik had mijn ouders verteld dat zij, als zij hun bagage hadden, moesten zoeken naar een kale dikke man met een bordje met hun naam erop. Hij zou ze naar hun verblijf brengen en daar zou ik op ze wachten. Niet dus, want ik stond er zelf met een papiertje met hun naam erop. Toen wij bij het vliegveld aankwamen, was het vliegveld net geland. Ze zouden op dat moment dus op hun bagage aan het wachten zijn. Er liepen steeds meer mensen het vliegveld binnen om familie of vrienden op te wachten. Zo langzamerhand kwamen er steeds meer mensen met bagage naar buiten en stonden er steeds minder mensen te wachten. De vriend van het meisje waar ik mee was, kwam ook al vrij snel naar buiten. En ik stond maar te wachten en te wachten… Na een half uur kwamen ze dan eindelijk naar buiten lopen. Na een lange dikke knuffel en veel kussen, liepen we richting de taxi. Papa en mama waren er. Het was een eind rijden dus we kwamen redelijk laat aan bij hun verblijf. Ze hebben zich geïnstalleerd, we hebben wat gegeten (wat de bovenbuurvrouw had klaargemaakt) en toen ben ik weer naar huis gegaan.

De volgende dag moest ik gewoon weer vroeg mijn bed uit voor stage. Ik ging wat eerder weg en ontmoette mijn ouders aan de waterkant. We hebben een stuk door het centrum van Paramaribo gelopen om vervolgens lekker te gaan lunchen bij een tentje in het centrum. Die avond zijn we nog uit eten geweest bij de Roopram, een rotishop bij papa en mama om de hoek. Hier kun je heerlijke roti halen voor een prikkie. De volgende ochtend moest ik weer naar stage. Na het drukke weekend en het steeds vroeg moeten opstaan, was ik nu toch echt wel moe. Ik had mijn ouders uitgenodigd om langs mijn stage te komen zodat ze konden zien wat ik hier doe en waarom ik hier eigenlijk zit. Na de rondleiding hebben we lekker geluncht met Lisa en daarna zijn we nog even de Palmentuin in geweest.
Die avond zijn we weer lekker uit eten geweest bij Zus & Zo (Zie Zo zoals paps het noemt). Die donderdag was ik vrij en hebben we lekker gechillt en de rest van Paramaribo verkend. In de ochtend brachten we een bezoekje aan de centrale markt, waar wij lekker vers fruit hadden gekocht en daarna vervolgde de stadstour naar de Moskee, de Synagoge en de Kathedraal. 's Avonds moest ik nog naar de fysio en salsa les (ja, ik zit op salsa les tegenwoordig). Ik ging vroeg naar bed want de volgende dag zouden we lekker met z'n drietjes op trip gaan.

Dag 1. De trip ging naar Isadou/ Jow-Jow. Om 9 uur moesten wij verzamelen om vervolgens een busreis van 3 uur richting Atjoni in te zetten. We hadden een leuke groep: wat andere stagiaires met hun ouders en nog twee stelletjes. Heel toevallig kende ik al drie meiden van mijn stage.Vanaf Atjoni gingen we met de boot naar Isadou (ongeveer een half uurtje varen). Isadou is een vakantie-eiland in Boven-Suriname. Paps, mams en ik kregen een eigen hutje toegewezen wat betekende dat wij vier 2-persoonsbedden, een douche en een wc helemaal voor onszelf hadden. Dit is behoorlijke luxe voor een trip naar de binnenlanden. De omgeving was hier heel mooi. We kregen lekker de tijd om te relaxen in de stroomversnellingen rondom het eiland en kregen toen avondeten. Na het avondeten gingen we op vogelspinnenjacht op het eiland. Met ons zaklampje aan de hand, en in mijn geval op het hoofd, liepen we het eiland rond op zoek naar vogelspinnen of andere dieren. Vogelspinnen genoeg: op iedere palmboom zat er wel één. Verder hebben we helaas geen dieren meer gezien, op de kikker-invasie na dan. Na de mislukte jacht op andere dieren, maakte de gids een kampvuur waarbij we een lekker drankje konden drinken.

Dag 2. Ik had natuurlijk heerlijk geslapen in dat ruime bed! En als klap op de vuurpijl kregen we ook nog eens pannenkoeken en een broodje ongeboren kip als ontbijt. Mijn dag kon nu al niet meer stuk. Na het ontbijt nam de lokale gids, Doris, ons mee naar de jungle. We maakten een boswandeling met uitleg over verschillende bomen en planten. Midden in het bos was een plek waar een uitgeholde boomstam lag. Via de weg in het bos die wij bewandelden werden de uitgeholde bomen, die tot boten werden gemaakt, vervoerd naar de rivier. De mensen uit de dorpen gebruiken deze boten dan om overal naartoe te kunnen varen. In het bos was ook een moestuin waar de bewoners van de omliggende dorpen hun eten vandaan halen. Na ongeveer twee uur gingen we weer terug naar het eiland. We kregen tot 5 uur de tijd om weer te gaan relaxen in de stroomversnellingen en te zonnen op de rotsen. Daarna gingen we weer met Doris op stap. Dit keer naar het inheemse dorp Jow-Jow, waar hij ook vandaan komt. Hij gaf ons een rondleiding door het dorp, wat groter was dan ik verwachte. De verhoudingen tussen arm en rijk zijn ook in dit dorp goed te zien. Er staan soms hele mooie stenen huizen en daarnaast een huis gemaakt van houten planken. De wat rijkere jongens lopen rond in spijkerbroeken, Nike's, Gucci tasjes en riemen, petten en ze hebben tv's en grote boxen waar zij harde muziek op draaien. Doris liet ons de school zien waar hij als conciërge werkt. Deze school was groot, maar niet erg modern. Hij nodigde ons ook uit voor een dansfeest dat die avond zou plaatsvinden als afronding van het rouwproces. Er was namelijk iemand uit het dorp overleden waardoor er een rouwproces was gestart. Het einde van het rouwproces wordt dan gevierd met een dansfeest. Na het avondeten gingen we nog op kaaimannentour. Met de zaklampen weer in de hand, probeerden we rode ogen te spotten vanuit de boot. We hebben veel ogen en ook kaaimannen gezien, maar helaas geen gevangen. Ze waren ons te slim/snel af. Terug op het eiland gingen we nog even wat drinken en rond half 1 vertrokken we naar het dorp. Het was er nog donker en de geluidsinstallatie deed het nog niet. Iedereen was wel al ladderzat of knetterstoned. Er hing een beetje een duistere sfeer (misschien omdat het donker was). Toen de muziek eenmaal begon en de lichten aan gingen, verplaatste iedereen zich naar de dansvloer en werd het heel gezellig. Rond 2 uur gingen we weer richting Isadou en doken wij ons heerlijke bed weer in.

Dag 3. Om half 9 werd ik wakker en ging ik met papa een stukje lopen op zoek naar een onderdeel van de zaklamp die we de avond ervoor kwijt waren geraakt in het donker. We zagen dat de nieuwe eilandgasten een aantal camera's bij zich hadden en papa is papa niet als hij niet even een praatje met ze aanknoopte. De jongen en het meisje die we spraken vertelden dat zij werken voor het programma Atlas en dat ze opnames maakten voor op de website. Heel leuk om te zien hoe dit in zijn werk gaat. Om 9 uur was het weer tijd voor het ontbijt. Wat kregen we weer goed te eten! Tot 1 uur hadden we de tijd om nog te genieten van het uitzicht en het weer. De gids regelde nog hengels voor ons zodat we op Piranha's konden vissen. Maar tevergeefs, ze wilden niet bijten. Het weer sloeg na een uurtje om en het begon wat te regenen. Toen hebben we maar alvast ingepakt en met de groep rond de tafel wat bijgekletst. Na de lunch werd de terugreis weer ingezet. Zoals altijd was de busreis weer verdacht stil. Iedereen was moe en lag lekker te slapen. Rond 6 uur kwamen we weer aan in Paramaribo. Het buurvrouwtje van paps en mams had een aardappelsalade voor ze gemaakt. We kochten er nog een blik soep bij en toen heb ik eens even een lekker maaltje op tafel gezet. Oh ja, laat ik de titel van dit bericht nog uitleggen. Onze gids voor deze drie dagen noemde ons 'mijne mensen'. Als hij de groep aansprak zei hij steeds: 'Zoooooo, mijne mensen!'. Dit werd natuurlijk de hele trip door iedereen gezegd.

Tot zover de eerste week met de oudjes. Dit weekend staat er weer een trip voor mij op de planning (ja, dit is dan voorlopig even de laatste) dus de tweede week van ons herenigde avontuur laat nog even op zich wachten. Dus mijne mensen, jullie zijn voorlopig nog niet van mij en mijn verhalen af.


Ajuuuuu!


Manon










dinsdag 15 april 2014

Grote meren diepe (modder) gronden

Lieve allemaal,

Het is alweer drie weken geleden dat ik voor het laatst geschreven heb. Dit zegt dus eigenlijk al dat ik het heel druk heb gehad (druk in Surinaamse begrippen natuurlijk). Laat ik beginnen bij de trip naar Nickerie/Bigipan die ik in het weekend voordat mijn ouders kwamen had gedaan, anders wordt het wel een beetje veel voor jullie.

Dag 1. We werden om acht uur bij de verzamelplek verwacht. Deze trip hadden we met een bepaalde groep afgesproken. Wij vieren, nog twee andere meiden en nog vier jongens. Toen wij echter bij de verzamelplek aankwamen, zagen we al dat we niet de enigen waren. We gingen in totaal met twee bussen richting Nickerie/Bigipan waar toch wel 34 mensen in gingen. Een grote groep dus. De eerste stop was in Groningen. Ja, Suriname heeft ook een Groningen maar deze is lang niet zo leuk/groot als de plaats Groningen in Nederland. We kregen ontbijt en een rondleiding over het plein. Op het plein stonden een aantal beelden die met het dorpje te maken hadden. Omdat we met een grote groep waren, hadden we twee gidsen. Beide gidsen wilden heel graag hun verhaal doen, wat inhield dat we dus ongeveer een uur bij elk beeld stil stonden om te luisteren.
De volgende stops waren in Wageningen. Het plaatsje draait vooral op de visserij en de export van de vis. We konden zien hoe de vissen gevangen werden, hoe zij werden vervoerd en hoe zij gezout werden. De volgende stop was bij een beeld van een vrouw met een afgehakte borst. Het verhaal hierachter zal ik jullie besparen (dan ben je ook weer een uur verder). We moesten de bus in en een minuut later stopten we alweer. Dit hadden we dus best kunnen lopen. Maar goed, we stopten op een plek waar vaak brulapen zaten. Deze hebben we nu ook kunnen spotten. De volgende stop was bij de overstapplaats op de boot. Met vijf boten voeren we over een grote rivier waar we bij een oversteekplaats stopten. We moesten de boten over de heuvel slepen om het Bigipan (letterlijk: groot meer) op te kunnen varen. Na een half uur kwamen we aan bij een groot huis op het water: ons verblijf. Ik wist een mooi hangmatplekje te bemachtigen zodat ik de volgende ochtend de zonsopgang zou kunnen zien. Na het avondeten gingen we op kaaimannentour. We hadden er na een uur nog steeds geen gevonden en net toen we de terugreis in wilden zetten, werd er een kaaiman gespot. Onze bootsman sprong erop en ving hem. Hij ging vier boten rond zodat iedereen met hem op de foto kon. Ik was de laatste dus ik mocht hem weer vrijlaten in het water. Toen we weer op ons verblijf waren, hebben we de heldere sterrenhemel bewonderd en hier een lekker drankje bij genuttigd.

Dag 2. De zonsopgang was al even begonnen toen ik wakker werd, maar alsnog heb ik enorm genoten van het uitzicht vanuit mijn hangmat. Ik kreeg er zelfs koffie bij, thanks to Nikie. Om 8 uur was er ontbijt en om 9 uur zouden we vertrekken voor een modderbad. Maar de motor van één van de vier boten was kapot en de regen kwam met bakken uit de hemel. We moesten dus nog even wachten. Toen het opgeklaard was en de motor weer gemaakt was, vertrokken we. Midden op het meer mochten we uit de boot. Op de bodem lag modder en klei dus hier smeerden we onszelf, en de anderen natuurlijk, helemaal in. Als een stel kleine kinderen begonnen we te gooien en hadden we de grootste lol. Na het modderbad was het tijd om naar huis te gaan. We zetten de terugreis in met onze gids, een echte 'rasta met Jamaicaanse muts jongen' aan boord van onze boot. De eerste stop van onze busreis was bij een Hindoestaanse tempel en Zeedijk. In en om de Hindoestaanse tempel stonden allemaal grote en kleurige beelden. Niet helemaal mijn stijl. De rest van de busreis heb ik niet echt meegemaakt. Iedereen was moe dus het was verdacht stil in de bus. We zijn nog een keer gestopt bij een kraampje waar ze honing, olie en fruit verkochten en rond 7 uur kwamen we aan bij de verzamelplaats. We namen afscheid en gingen nog even in de Palmentuin kijken waar een Javaans feest plaatsvond. Iedereen was moe en er stonden mij drukke weken te wachten dus gingen we lekker naar huis.

Tot zover de trip van drie weken geleden. De avonturen met paps en mams van de afgelopen weken volgen nog!

Brasa,


Manon