woensdag 23 april 2014

Reizen is begroeten en steeds weer afscheid nemen

Bonjour!


Zoals ik in mijn vorige bericht al zei, loop ik achter met schrijven over al mijn avonturen. Ik heb het namelijk zo druk gehad met leuke dingen dat ik niet eens de tijd heb gevonden om erover te schrijven. Maar goed, ik was gebleven bij de tweede week dat mijn ouders er waren. De maandag na de trip moest ik alweer vroeg op omdat ik naar de vreemdelingendienst moest voor mijn visum. Na 5 keer van het kastje naar de muur gestuurd te zijn en ongeveer 3 uur lang gewacht te hebben, belde ik de oudjes om te vragen wat hun plannen voor die dag waren. Zij hadden net een auto gehuurd dus spraken we af dat we naar Nieuw- Amsterdam zouden gaan. We reden eindeloze wegen zonder naambordjes dus we hadden geen idee of we goed gingen of niet. We hebben het een aantal keer gevraagd maar ook nu werden we van het kastje naar de muur gestuurd. Not my lucky day. Uiteindelijk kwamen we uit bij Mariƫnburg, niet helemaal de planning maar toch leuk. We werden door een gids rondgeleid over het terrein waar vroeger rum werd gemaakt. Na de rondleiding reden we verder naar Nieuw-Amsterdam waar vrijwel de enige bezienswaardigheid het openluchtmuseum was. Hier hebben we even rondgelopen en de alles wat op het terrein stond bekeken. Daarna was het weer tijd om in een oververhitte auto naar huis te gaan.

De volgende dag, mijn vrije dag van stage, besloten we om naar de Colakreek te gaan. Dit is een plaats waar je lekker kunt zwemmen en chillen. Lisa ging mee dus met z'n vieren, alsof ik ineens een zusje had in plaats van een broertje, reden we weer eindeloze wegen zonder naambordjes. Toen we eenmaal in het water lagen begrepen we meteen waarom het de Colakreek genoemd wordt. Het water heeft namelijk de kleur van cola: donkerbruin/zwart en aan de oppervlakte lichtbruin. Op het terrein was een restaurant aanwezig waar we ongeveer een uur op onze lunch hebben moeten wachten. Gelukkig was het wel overheerlijke Pom dat we kregen. 's Avonds moest ik naar de fysio en naar salsa les dus ik liet de oudjes even tot rust komen. Dat hadden ze nog niet gehad die dag.

Die woensdagochtend had ik voor mijn stage een schoolbezoek. De school was buiten de stad dus het was een eindje rijden. Het was de bedoeling dat ik een verhaal voor zou lezen en vervolgens wat uitleg zou geven over een jongetje in de klas met een beperking. Ik vond het heel leuk om te zien hoe die kinderen op school zijn en wat zij allemaal doen. Het waren nette kinderen: ze deden bijna allemaal wat ze gevraagd werd. Toen ik weer terug kwam op het Medisch Opvoedkundig Bureau besprak ik het schoolbezoek nog even na en belde toen naar paps en mams wat de planning zou zijn voor die middag. Zij waren net naar de Peperpot plantage geweest en dachten dat het misschien leuk zou zijn om die middag naar Domburg, een plaatsje buiten Paramaribo, te gaan. Na ongeveer 3 keer heen en weer gereden te zijn over de snelweg omdat er weer nergens werd aangegeven waar Domburg was, hadden we eindelijk de goede afslag te pakken. Domburg is een klein plaatsje met in het midden een pleintje waar een aantal barretjes en Warungs zijn. Het schijnt hier heel gezellig te kunnen zijn maar toen wij er waren, was er geen hond (nou ja, een aantal zwerfhonden). We hebben even rondgelopen en zijn toen weer terug naar huis gegaan om 's avonds lekker uit eten te gaan.

De volgende dag, donderdag 10 april, stond de trip naar Galibi/ Frans-Guyana op de planning. Papa, mama, Lisa en een huisgenootje gingen mee. Om kwart voor 8 werden we op de verzamelplek verwacht. De groep stond al helemaal klaar, maar de gids was nergens te bekennen. We kregen te horen dat onze gids niet was komen opdagen dus dat de kokkin tot de overstapplaats op de boot zou fungeren als gids. Allemaal heel leuk en aardig, maar dit schopte de planning een beetje in de war. Na een aantal uren kwamen we aan op Albina. Hier kregen wij een lokale gids toegewezen en stapten we over op de boot. Volgens de gids was het ongeveer anderhalf uur varen tot aan het eiland Galibi en konden we onderweg genieten van de mooie vegetatie. Het woord vegetatie is tijdens de bootreis nog honderden keren gevallen geloof ik, net als de woorden mijne mensen. Ik denk dat dit op de gidsenschool aangeleerd wordt. Op het eiland kregen we te zien waar we die nacht zouden verblijven.
We kregen een lunch en mochten daarna lekker op het strand liggen. Mijn benen waren in de boot heel erg verbrand dus ik kon niet in de zon liggen. Gelukkig gaven de palmbomen (ja, jaloers zijn mag) schaduw. Om half 6 nam de gids ons mee voor een eilandwandeling. Hij woont zelf op het eiland dus hij kon ons er alles over vertellen.
Die avond vertrokken we om half 11 met de boot naar een ander strandje om de reuzenschildpadden te spotten. We moesten wachten tot de schildpadden aan land waren en in fase 4, het eieren leggen, waren. Dit duurde eindeloos omdat onze schildpad last had van wispelturigheid. Geen plekje was goed genoeg voor haar om haar eieren te leggen. Ze begon dus steeds weer ergens anders te graven. Uiteindelijk gingen we toch kijken en moesten we van de gids heel stil op een rijtje zitten. De schildpad vond het plekje weer niet goed genoeg en kwam onze kant op. Op een gegeven moment was de schildpad op een halve meter afstand en kon je haar gewoon horen ademen. Doordat iemand een foto maakte met flits, raakte ze in de war en kwam ze vast te zitten in planten. Ze is uiteindelijk terug de zee in gegaan en wij zijn bij een andere schildpad gaan kijken.

Dag 2. Deze dag besloot ik te beginnen door een kan heet water over mij heen te gooien. Dit is vooral heel fijn als je benen de vorige dag al verbrand waren. De pannenkoeken voor ontbijt die daarna kwamen, maakten gelukkig al een hoop goed. Na het ontbijt gingen we naar de souvenir winkel waar ik nog een armbandje heb gekocht en mochten we de aapjes op het eiland voeren. Het nachtaapje heb ik nog op mijn schouder gehad (zie foto's). Na het voeren moesten wij onze spullen alweer inpakken en vertrokken we met de boot richting Albina om daar de kokkin en de buschauffeur af te zetten. Wij staken de rivier over naar Frans Guyana. Het is heel gek dat je alleen een rivier oversteekt en meteen in een compleet andere wereld bent. De mensen spreken Frans, je betaalt met euro's, de huizen zien er Frans uit, iedereen rijdt rechts en de cappuccino wordt met slagroom in plaats van melk gemaakt (typisch Frans). In Frans-Guyana hebben we de gevangenis van Papillon bekeken en hebben we en rondje door het centrum gemaakt. We hebben nog even een drankje gedronken op een terrasje en gingen toen weer richting Albina. Om de traditie voort te zetten deed ik die busreis weer een lekker dutje. Ik moest immers fit zijn voor de poolparty die avond. Bezig aapje ben ik ook.

Het laatste weekend dat de oudjes er waren was alweer aangebroken. We hebben het lekker rustig aan gedaan en hebben samen tijd doorgebracht. We hebben geluncht en we zijn uit eten geweest. De laatste avond namen paps en mams mij en mijn huisgenootjes mee uit eten. Omdat het eten niet zo veel was, trakteerden wij ze op een toetje: een lekker stuk appeltaart met slagroom. Die maandag bracht ik ze weer naar het vliegveld. Voor de tweede keer moesten we afscheid nemen en ditmaal voor een tijd dubbel zo lang. Ik heb erg genoten van de tijd dat ze er waren en ik mis ze natuurlijk nog steeds. Ik ben blij dat ze hebben kunnen zien hoe ik hier leef en dat ik het naar mijn zin heb. Lieve mam en pap, dank jullie wel voor de geweldige twee weken dat jullie hier waren!

Au revoir,


Manon

Geen opmerkingen:

Een reactie posten